Our Yeshua (Immanuël)

Een verzameling van onze studies
Home Artikelen Moadiem Over ons English

Informatie

Maanstand: Nieuwe maan
Dertiende maand: Adar II
Gebruikte kalender: Gregoriaans; Joods; Hebreeuws
Bijbelcitaten: Herziene Statenvertaling; Hebreeuwse Bijbel

Talen

Nederlands meervoud: Moadiem
Nederlands enkelvoud: Mo'ed
Hebreeuws meervoud: מועדים
Hebreeuws enkelvoud: מועד
Betekenis:
Afkomstig van de stam (sjoresj) va'ad ועד, waaraan de letter Mem is toegevoegd mo'ed מועד. Va'ad betekent: Raad, adviescollege. Mo'ed betekent: (Vastgestelde)Tijd, tijdstip; feestdag; feestoffer.

HaMoadiem:
Pesach; Matsot; Shavuot; Yom Teruah; Yom Kippur; Soekot

Gregoriaanse kalender

Pesach

Dag:

  1. Maandag 22 april 2024 rond zonsondergang (namiddag/avond).

Matsot

Dag:

  1. Maandag 22 april 2024 vanaf zonsondergang; Dinsdag 23 april 2024 tot zonsondergang. Hoogsjabbat
  2. Dinsdag 23 april 2024 vanaf zonsondergang; Woensdag 24 april 2024 tot zonsondergang.
  3. Woensdag 24 april 2024 vanaf zonsondergang; Donderdag 25 april 2024 tot zonsondergang.
  4. Donderdag 25 april 2024 vanaf zonsondergang; Vrijdag 26 april 2024 tot zonsondergang.
  5. Vrijdag 26 april 2024 vanaf zonsondergang; Zaterdag 27 april 2024 tot zonsondergang. Wekelijkse sjabbat
  6. Zaterdag 27 april 2024 vanaf zonsondergang; Zondag 28 april 2024 tot zonsondergang.
  7. Zondag 28 april 2024 vanaf zonsondergang; Maandag 29 april 2024 tot zonsondergang. Hoogsjabbat

Shavuot

Dag:

  1. Dinsdag 11 juni 2024 vanaf zonsondergang; Woensdag 12 juni 2024 tot zonsondergang.

Yom Teruah

Dag:

  1. Woensdag 2 oktober 2024 vanaf zonsondergang; Donderdag 3 oktober 2024 tot zonsondergang.

Yom Kippur

Dag:

  1. Vrijdag 11 oktober 2024 vanaf zonsondergang; Zaterdag 12 oktober 2024 tot zonsondergang.

Soekot

Dag:

  1. Woensdag 16 oktober 2024 vanaf zonsondergang; Donderdag 17 oktober 2024 tot zonsondergang. Hoogsjabbat
  2. Donderdag 17 oktober 2024 vanaf zonsondergang; Vrijdag 18 oktober 2024 tot zonsondergang.
  3. Vrijdag 18 oktober 2024 vanaf zonsondergang; Zaterdag 19 oktober 2024 tot zonsondergang. Wekelijkse sjabbat
  4. Zaterdag 19 oktober 2024 vanaf zonsondergang; Zondag 20 oktober 2024 tot zonsondergang.
  5. Zondag 20 oktober 2024 vanaf zonsondergang; Maandag 21 oktober 2024 tot zonsondergang.
  6. Maandag 21 oktober 2024 vanaf zonsondergang; Dinsdag 22 oktober 2024 tot zonsondergang.
  7. Dinsdag 22 oktober 2024 vanaf zonsondergang; Woensdag 23 oktober 2024 tot zonsondergang.
  8. Woensdag 23 oktober 2024 vanaf zonsondergang; Donderdag 24 oktober 2024 tot zonsondergang. Hoogsjabbat

Joodse kalender

Pesach

Dag:

  1. 14 Nisan 5784

Matsot

Dag:

  1. 15 Nisan 5784 Hoogsjabbat
  2. 16 Nisan 5784
  3. 17 Nisan 5784 Wekelijkse sjabbat
  4. 18 Nisan 5784
  5. 19 Nisan 5784
  6. 20 Nisan 5784
  7. 21 Nisan 5784 Hoogsjabbat

Shavuot

Dag:

  1. 6 Sivan 5784

Yom Teruah

Dag:

  1. 1 Tishrei 5785

Yom Kippur

Dag:

  1. 10 Tishrei 5785

Soekot

Dag:

  1. 15 Tishrei 5785 Hoogsjabbat
  2. 16 Tishrei 5785
  3. 17 Tishrei 5785 Wekelijkse sjabbat
  4. 18 Tishrei 5785
  5. 19 Tishrei 5785
  6. 20 Tishrei 5785
  7. 21 Tishrei 5785
  8. 22 Tishrei 5785 Hoogsjabbat

Hebreeuwse kalender (jaartal onbekend)

Pesach

Dag:

  1. Eerste Maand, 14e dag.

Matsot

Dag:

  1. Eerste Maand, 15e dag. Hoogsjabbat
  2. Eerste Maand, 16e dag.
  3. Eerste Maand, 17e dag. Wekelijkse sjabbat
  4. Eerste Maand, 18e dag.
  5. Eerste Maand, 19e dag.
  6. Eerste Maand, 20e dag.
  7. Eerste Maand, 21e dag. Hoogsjabbat

Shavuot

Dag:

  1. Derde Maand, 6e dag.

Yom Teruah

Dag:

  1. Zevende Maand, 1ste dag.

Yom Kippur

Dag:

  1. Zevende Maand, 10e dag.

Soekot

Dag:

  1. Zevende Maand, 15e dag. Hoogsjabbat
  2. Zevende Maand, 16e dag.
  3. Zevende Maand, 17e dag. Wekelijkse sjabbat
  4. Zevende Maand, 18e dag.
  5. Zevende Maand, 19e dag.
  6. Zevende Maand, 20e dag.
  7. Zevende Maand, 21e dag.
  8. Zevende Maand, 22e dag. Hoogsjabbat

Bijbelcitaten

Pesach

Leviticus/Vayikra 23:2, 4-5
Spreek tot de Israëlieten en zeg tegen hen: De feestdagen van de HEERE, die u moet uitroepen, zijn heilige samenkomsten. Dit zijn Mijn feestdagen:
Dit zijn de feestdagen van de HEERE, de heilige samenkomsten, die u op hun vastgestelde tijd moet uitroepen. In de eerste maand, op de veertiende dag van de maand, tegen het vallen van de avond, is het Pascha voor de HEERE.
דַּבֵּ֞ר אֶל־בְּנֵ֤י יִשְׂרָאֵל֙ וְאָֽמַרְתָּ֣ אֲלֵהֶ֔ם מֽוֹעֲדֵ֣י יְהֹוָ֔ה אֲשֶׁר־תִּקְרְא֥וּ אֹתָ֖ם מִקְרָאֵ֣י קֹ֑דֶשׁ אֵ֥לֶּה הֵ֖ם מֽוֹעֲדָֽי
אֵ֚לֶּה מֽוֹעֲדֵ֣י יְהֹוָ֔ה מִקְרָאֵ֖י קֹ֑דֶשׁ אֲשֶׁר־תִּקְרְא֥וּ אֹתָ֖ם בְּמֽוֹעֲדָֽם
בַּחֹ֣דֶשׁ הָֽרִאשׁ֗וֹן בְּאַרְבָּעָ֥ה עָשָׂ֛ר לַחֹ֖דֶשׁ בֵּ֣ין הָֽעַרְבָּ֑יִם פֶּ֖סַח לַֽיהֹוָֽה

Matsot

Leviticus/Vayikra 23:2, 6-14
Spreek tot de Israëlieten en zeg tegen hen: De feestdagen van de HEERE, die u moet uitroepen, zijn heilige samenkomsten. Dit zijn Mijn feestdagen:
En op de vijftiende dag van die maand is het Feest van de ongezuurde broden voor de HEERE. Zeven dagen lang moet u dan ongezuurde broden eten. Op de eerste dag moet u een heilige samenkomst hebben. Geen enkel dienstwerk mag u dan doen. Zeven dagen lang moet u de HEERE een vuuroffer aanbieden. Op de zevende dag is er dan een heilige samenkomst. Geen enkel dienstwerk mag u dan doen. De HEERE sprak tot Mozes: Spreek tot de Israëlieten, en zeg tegen hen: Wanneer u in het land komt dat Ik u geven zal, en u de oogst ervan binnenhaalt, dan moet u de eerste schoof van uw oogst naar de priester brengen. Hij moet de schoof voor het aangezicht van de HEERE bewegen, opdat Hij een welgevallen in u vindt. Op de dag na de sabbat moet de priester de schoof bewegen. U moet op de dag dat u de schoof beweegt, een lam zonder enig gebrek van een jaar oud als brandoffer voor de HEERE bereiden, met een bijbehorend graanoffer van twee tiende efa meelbloem, met olie gemengd, als een vuuroffer voor de HEERE, een aangename geur, en een bijbehorend plengoffer van een kwart hin wijn. U mag geen brood, geroosterd graan en vers graan eten tot op deze zelfde dag dat u de offergave van uw God gebracht hebt. Het is een eeuwige verordening, al uw generaties door, in al uw woongebieden.
דַּבֵּ֞ר אֶל־בְּנֵ֤י יִשְׂרָאֵל֙ וְאָֽמַרְתָּ֣ אֲלֵהֶ֔ם מֽוֹעֲדֵ֣י יְהֹוָ֔ה אֲשֶׁר־תִּקְרְא֥וּ אֹתָ֖ם מִקְרָאֵ֣י קֹ֑דֶשׁ אֵ֥לֶּה הֵ֖ם מֽוֹעֲדָֽי
וּבַֽחֲמִשָּׁ֨ה עָשָׂ֥ר יוֹם֙ לַחֹ֣דֶשׁ הַזֶּ֔ה חַ֥ג הַמַּצּ֖וֹת לַֽיהֹוָ֑ה שִׁבְעַ֥ת יָמִ֖ים מַצּ֥וֹת תֹּאכֵֽלוּ
בַּיּוֹם֙ הָֽרִאשׁ֔וֹן מִקְרָא־קֹ֖דֶשׁ יִֽהְיֶ֣ה לָכֶ֑ם כָּל־מְלֶ֥אכֶת עֲבֹדָ֖ה לֹ֥א תַֽעֲשֽׂוּ
וְהִקְרַבְתֶּ֥ם אִשֶּׁ֛ה לַֽיהֹוָ֖ה שִׁבְעַ֣ת יָמִ֑ים בַּיּ֤וֹם הַשְּׁבִיעִי֙ מִקְרָא־קֹ֔דֶשׁ כָּל־מְלֶ֥אכֶת עֲבֹדָ֖ה לֹ֥א תַֽעֲשֽׂוּ
וַיְדַבֵּ֥ר יְהֹוָ֖ה אֶל־משֶׁ֥ה לֵּאמֹֽר
דַּבֵּ֞ר אֶל־בְּנֵ֤י יִשְׂרָאֵל֙ וְאָֽמַרְתָּ֣ אֲלֵהֶ֔ם כִּֽי־תָבֹ֣אוּ אֶל־הָאָ֗רֶץ אֲשֶׁ֤ר אֲנִי֙ נֹתֵ֣ן לָכֶ֔ם וּקְצַרְתֶּ֖ם אֶת־קְצִירָ֑הּ וַֽהֲבֵאתֶ֥ם אֶת־עֹ֛מֶר רֵאשִׁ֥ית קְצִֽירְכֶ֖ם אֶל־הַכֹּהֵֽן
וְהֵנִ֧יף אֶת־הָעֹ֛מֶר לִפְנֵ֥י יְהֹוָ֖ה לִרְצֹֽנְכֶ֑ם מִמָּֽחֳרַת֙ הַשַּׁבָּ֔ת יְנִיפֶ֖נּוּ הַכֹּהֵֽן
וַֽעֲשִׂיתֶ֕ם בְּי֥וֹם הֲנִֽיפְכֶ֖ם אֶת־הָעֹ֑מֶר כֶּ֣בֶשׂ תָּמִ֧ים בֶּן־שְׁנָת֛וֹ לְעֹלָ֖ה לַֽיהֹוָֽה
וּמִנְחָתוֹ֩ שְׁנֵ֨י עֶשְׂרֹנִ֜ים סֹ֣לֶת בְּלוּלָ֥ה בַשֶּׁ֛מֶן אִשֶּׁ֥ה לַֽיהֹוָ֖ה רֵ֣יחַ נִיחֹ֑חַ וְנִסְכּ֥וֹ (כתיב ונסכה) יַ֖יִן רְבִיעִ֥ת הַהִֽין
וְלֶ֩חֶם֩ וְקָלִ֨י וְכַרְמֶ֜ל לֹ֣א תֹֽאכְל֗וּ עַד־עֶ֨צֶם֙ הַיּ֣וֹם הַזֶּ֔ה עַ֚ד הֲבִ֣יאֲכֶ֔ם אֶת־קָרְבַּ֖ן אֱלֹֽהֵיכֶ֑ם חֻקַּ֤ת עוֹלָם֙ לְדֹרֹ֣תֵיכֶ֔ם בְּכֹ֖ל מֽשְׁבֹֽתֵיכֶֽם

Shavuot

Leviticus/Vayikra 23:2, 12-21
Spreek tot de Israëlieten en zeg tegen hen: De feestdagen van de HEERE, die u moet uitroepen, zijn heilige samenkomsten. Dit zijn Mijn feestdagen:
U moet op de dag dat u de schoof beweegt, een lam zonder enig gebrek van een jaar oud als brandoffer voor de HEERE bereiden, met een bijbehorend graanoffer van twee tiende efa meelbloem, met olie gemengd, als een vuuroffer voor de HEERE, een aangename geur, en een bijbehorend plengoffer van een kwart hin wijn. U mag geen brood, geroosterd graan en vers graan eten tot op deze zelfde dag dat u de offergave van uw God gebracht hebt. Het is een eeuwige verordening, al uw generaties door, in al uw woongebieden. U moet dan vanaf de dag na de sabbat gaan tellen, vanaf de dag dat u de schoof van het beweegoffer gebracht hebt. Zeven volle weken zullen het zijn. Tot de dag na de zevende sabbat moet u vijftig dagen tellen. Dan moet u de HEERE een nieuw graanoffer aanbieden. Uit uw woongebieden moet u twee broden meebrengen, bestemd voor een beweegoffer. Ze moeten van twee tiende efa meelbloem zijn, met zuurdeeg gebakken; het zijn de eerstelingen voor de HEERE. U moet dan samen met het brood zeven lammeren zonder enig gebrek van een jaar oud, en één jonge stier – het jong van een rund – en twee rammen aanbieden. Ze zijn een brandoffer voor de HEERE, met het bijbehorende graanoffer en de bijbehorende plengoffers, een vuuroffer, een aangename geur voor de HEERE. Verder moet u één geitenbok als zondoffer en twee lammeren van een jaar oud als dankoffer bereiden. De priester moet ze met het brood van de eerstelingen als beweegoffer voor het aangezicht van de HEERE bewegen, met de twee lammeren. Ze zijn een heilige gave voor de HEERE, bestemd voor de priester. U moet op diezelfde dag uitroepen dat u een heilige samenkomst hebt. U mag geen enkel dienstwerk doen. Het is een eeuwige verordening, in al uw woongebieden, al uw generaties door.
דַּבֵּ֞ר אֶל־בְּנֵ֤י יִשְׂרָאֵל֙ וְאָֽמַרְתָּ֣ אֲלֵהֶ֔ם מֽוֹעֲדֵ֣י יְהֹוָ֔ה אֲשֶׁר־תִּקְרְא֥וּ אֹתָ֖ם מִקְרָאֵ֣י קֹ֑דֶשׁ אֵ֥לֶּה הֵ֖ם מֽוֹעֲדָֽי
וַֽעֲשִׂיתֶ֕ם בְּי֥וֹם הֲנִֽיפְכֶ֖ם אֶת־הָעֹ֑מֶר כֶּ֣בֶשׂ תָּמִ֧ים בֶּן־שְׁנָת֛וֹ לְעֹלָ֖ה לַֽיהֹוָֽה
וּמִנְחָתוֹ֩ שְׁנֵ֨י עֶשְׂרֹנִ֜ים סֹ֣לֶת בְּלוּלָ֥ה בַשֶּׁ֛מֶן אִשֶּׁ֥ה לַֽיהֹוָ֖ה רֵ֣יחַ נִיחֹ֑חַ וְנִסְכּ֥וֹ (כתיב ונסכה) יַ֖יִן רְבִיעִ֥ת הַהִֽין
וְלֶ֩חֶם֩ וְקָלִ֨י וְכַרְמֶ֜ל לֹ֣א תֹֽאכְל֗וּ עַד־עֶ֨צֶם֙ הַיּ֣וֹם הַזֶּ֔ה עַ֚ד הֲבִ֣יאֲכֶ֔ם אֶת־קָרְבַּ֖ן אֱלֹֽהֵיכֶ֑ם חֻקַּ֤ת עוֹלָם֙ לְדֹרֹ֣תֵיכֶ֔ם בְּכֹ֖ל מֽשְׁבֹֽתֵיכֶֽם
וּסְפַרְתֶּ֤ם לָכֶם֙ מִמָּֽחֳרַ֣ת הַשַּׁבָּ֔ת מִיּוֹם֙ הֲבִ֣יאֲכֶ֔ם אֶת־עֹ֖מֶר הַתְּנוּפָ֑ה שֶׁ֥בַע שַׁבָּת֖וֹת תְּמִימֹ֥ת תִּֽהְיֶֽינָה
עַ֣ד מִמָּֽחֳרַ֤ת הַשַּׁבָּת֙ הַשְּׁבִיעִ֔ת תִּסְפְּר֖וּ חֲמִשִּׁ֣ים י֑וֹם וְהִקְרַבְתֶּ֛ם מִנְחָ֥ה חֲדָשָׁ֖ה לַֽיהֹוָֽה
מִמּֽוֹשְׁבֹ֨תֵיכֶ֜ם תָּבִ֣יאוּ | לֶ֣חֶם תְּנוּפָ֗ה שְׁתַּ֨יִם֙ שְׁנֵ֣י עֶשְׂרֹנִ֔ים סֹ֣לֶת תִּֽהְיֶ֔ינָה חָמֵ֖ץ תֵּֽאָפֶ֑ינָה בִּכּוּרִ֖ים לַֽיהֹוָֽה
וְהִקְרַבְתֶּ֣ם עַל־הַלֶּ֗חֶם שִׁבְעַ֨ת כְּבָשִׂ֤ים תְּמִימִם֙ בְּנֵ֣י שָׁנָ֔ה וּפַ֧ר בֶּן־בָּקָ֛ר אֶחָ֖ד וְאֵילִ֣ם שְׁנָ֑יִם יִֽהְי֤וּ עֹלָה֙ לַֽיהֹוָ֔ה וּמִנְחָתָם֙ וְנִסְכֵּיהֶ֔ם אִשֵּׁ֥ה רֵֽיחַ־נִיחֹ֖חַ לַֽיהֹוָֽה
וַֽעֲשִׂיתֶ֛ם שְׂעִֽיר־עִזִּ֥ים אֶחָ֖ד לְחַטָּ֑את וּשְׁנֵ֧י כְבָשִׂ֛ים בְּנֵ֥י שָׁנָ֖ה לְזֶ֥בַח שְׁלָמִֽים
וְהֵנִ֣יף הַכֹּהֵ֣ן | אֹתָ֡ם עַל֩ לֶ֨חֶם הַבִּכֻּרִ֤ים תְּנוּפָה֙ לִפְנֵ֣י יְהֹוָ֔ה עַל־שְׁנֵ֖י כְּבָשִׂ֑ים קֹ֛דֶשׁ יִֽהְי֥וּ לַֽיהֹוָ֖ה לַכֹּהֵֽן
וּקְרָאתֶ֞ם בְּעֶ֣צֶם | הַיּ֣וֹם הַזֶּ֗ה מִקְרָא־קֹ֨דֶשׁ֙ יִֽהְיֶ֣ה לָכֶ֔ם כָּל־מְלֶ֥אכֶת עֲבֹדָ֖ה לֹ֣א תַֽעֲשׂ֑וּ חֻקַּ֥ת עוֹלָ֛ם בְּכָל־מֽוֹשְׁבֹ֥תֵיכֶ֖ם לְדֹרֹֽתֵיכֶֽם

Yom Teruah

Leviticus/Vayikra 23:2, 24-25
Spreek tot de Israëlieten en zeg tegen hen: De feestdagen van de HEERE, die u moet uitroepen, zijn heilige samenkomsten. Dit zijn Mijn feestdagen:
Spreek tot de Israëlieten en zeg: In de zevende maand, op de eerste dag van de maand, moet u een rustdag houden, een gedenkdag aangekondigd door bazuingeschal, een heilige samenkomst. U mag geen enkel dienstwerk doen en u moet de HEERE een vuuroffer aanbieden.
דַּבֵּ֞ר אֶל־בְּנֵ֤י יִשְׂרָאֵל֙ וְאָֽמַרְתָּ֣ אֲלֵהֶ֔ם מֽוֹעֲדֵ֣י יְהֹוָ֔ה אֲשֶׁר־תִּקְרְא֥וּ אֹתָ֖ם מִקְרָאֵ֣י קֹ֑דֶשׁ אֵ֥לֶּה הֵ֖ם מֽוֹעֲדָֽי
דַּבֵּ֛ר אֶל־בְּנֵ֥י יִשְׂרָאֵ֖ל לֵאמֹ֑ר בַּחֹ֨דֶשׁ הַשְּׁבִיעִ֜י בְּאֶחָ֣ד לַחֹ֗דֶשׁ יִֽהְיֶ֤ה לָכֶם֙ שַׁבָּת֔וֹן זִכְר֥וֹן תְּרוּעָ֖ה מִקְרָא־קֹֽדֶשׁ
כָּל־מְלֶ֥אכֶת עֲבֹדָ֖ה לֹ֣א תַֽעֲשׂ֑וּ וְהִקְרַבְתֶּ֥ם אִשֶּׁ֖ה לַֽיהֹוָֽה

Yom Kippur

Leviticus/Vayikra 23:2, 27-32
Spreek tot de Israëlieten en zeg tegen hen: De feestdagen van de HEERE, die u moet uitroepen, zijn heilige samenkomsten. Dit zijn Mijn feestdagen:
Alleen op de tiende dag van deze zevende maand is de Verzoendag. U moet een heilige samenkomst houden. U moet uzelf dan verootmoedigen en de HEERE een vuuroffer aanbieden. Op diezelfde dag mag u geen enkel werk doen, want het is de Verzoendag, om voor het aangezicht van de HEERE, uw God, verzoening voor u te doen. Voorzeker, iedere persoon die zich op diezelfde dag niet verootmoedigt, moet van zijn volksgenoten worden afgesneden. En elke persoon die op diezelfde dag enig werk verricht, die persoon zal Ik uit het midden van zijn volk ombrengen. U mag geen enkel werk doen. Het is een eeuwige verordening, al uw generaties door, in al uw woongebieden. Het moet voor u een sabbat zijn, een dag van volledige rust, en u moet uzelf verootmoedigen. 's Avonds, op de negende dag van de maand, moet u uw sabbat vieren, vanaf de avond tot aan de volgende avond.
דַּבֵּ֞ר אֶל־בְּנֵ֤י יִשְׂרָאֵל֙ וְאָֽמַרְתָּ֣ אֲלֵהֶ֔ם מֽוֹעֲדֵ֣י יְהֹוָ֔ה אֲשֶׁר־תִּקְרְא֥וּ אֹתָ֖ם מִקְרָאֵ֣י קֹ֑דֶשׁ אֵ֥לֶּה הֵ֖ם מֽוֹעֲדָֽי
אַ֡ךְ בֶּֽעָשׂ֣וֹר לַחֹ֩דֶשׁ֩ הַשְּׁבִיעִ֨י הַזֶּ֜ה י֧וֹם הַכִּפֻּרִ֣ים ה֗וּא מִקְרָא־קֹ֨דֶשׁ֙ יִֽהְיֶ֣ה לָכֶ֔ם וְעִנִּיתֶ֖ם אֶת־נַפְשֹֽׁתֵיכֶ֑ם וְהִקְרַבְתֶּ֥ם אִשֶּׁ֖ה לַֽיהֹוָֽה
וְכָל־מְלָאכָה֙ לֹ֣א תַֽעֲשׂ֔וּ בְּעֶ֖צֶם הַיּ֣וֹם הַזֶּ֑ה כִּ֣י י֤וֹם כִּפֻּרִים֙ ה֔וּא לְכַפֵּ֣ר עֲלֵיכֶ֔ם לִפְנֵ֖י יְהֹוָ֥ה אֱלֹֽהֵיכֶֽם
כִּ֤י כָל־הַנֶּ֨פֶשׁ֙ אֲשֶׁ֣ר לֹֽא־תְעֻנֶּ֔ה בְּעֶ֖צֶם הַיּ֣וֹם הַזֶּ֑ה וְנִכְרְתָ֖ה מֵֽעַמֶּֽיהָ
וְכָל־הַנֶּ֗פֶשׁ אֲשֶׁ֤ר תַּֽעֲשֶׂה֙ כָּל־מְלָאכָ֔ה בְּעֶ֖צֶם הַיּ֣וֹם הַזֶּ֑ה וְהַֽאֲבַדְתִּ֛י אֶת־הַנֶּ֥פֶשׁ הַהִ֖וא מִקֶּ֥רֶב עַמָּֽהּ
כָּל־מְלָאכָ֖ה לֹ֣א תַֽעֲשׂ֑וּ חֻקַּ֤ת עוֹלָם֙ לְדֹרֹ֣תֵיכֶ֔ם בְּכֹ֖ל מֽשְׁבֹֽתֵיכֶֽם
שַׁבַּ֨ת שַׁבָּת֥וֹן הוּא֙ לָכֶ֔ם וְעִנִּיתֶ֖ם אֶת־נַפְשֹֽׁתֵיכֶ֑ם בְּתִשְׁעָ֤ה לַחֹ֨דֶשׁ֙ בָּעֶ֔רֶב מֵעֶ֣רֶב עַד־עֶ֔רֶב תִּשְׁבְּת֖וּ שַׁבַּתְּכֶֽם

Soekot

Leviticus/Vayikra 23:2, 34-43
Spreek tot de Israëlieten en zeg tegen hen: De feestdagen van de HEERE, die u moet uitroepen, zijn heilige samenkomsten. Dit zijn Mijn feestdagen:
Spreek tot de Israëlieten en zeg: Vanaf de vijftiende dag van deze zevende maand is het zeven dagen lang Loofhuttenfeest voor de HEERE. Op de eerste dag is er een heilige samenkomst. Geen enkel dienstwerk mag u doen. Zeven dagen lang moet u de HEERE vuuroffers aanbieden. Op de achtste dag moet u een heilige samenkomst houden en de HEERE een vuuroffer aanbieden. Het is een bijzondere samenkomst. U mag geen enkel dienstwerk doen. Dit zijn de feestdagen van de HEERE, die u moet uitroepen als heilige samenkomsten om een vuuroffer voor de HEERE aan te bieden: brandoffer en graanoffer, slachtoffer en plengoffers, al naargelang het voorschrift voor die bepaalde dag, naast de offers op de sabbatten van de HEERE, naast uw geschenken, naast al uw gelofteoffers en naast al uw vrijwillige gaven, die u aan de HEERE geeft. Maar vanaf de vijftiende dag van de zevende maand, wanneer u de opbrengst van het land ingezameld hebt, moet u het feest van de HEERE zeven dagen lang vieren. Op de eerste dag is het rustdag en op de achtste dag is het rustdag. Op de eerste dag moet u voor uzelf vruchten van sierlijke bomen, takken van palmbomen, takken van loofbomen en van beekwilgen nemen, en u moet zich zeven dagen lang voor het aangezicht van de HEERE, uw God, verblijden. Dat feest voor de HEERE moet u per jaar zeven dagen lang vieren. Het is een eeuwige verordening, al uw generaties door. In de zevende maand moet u het vieren. Zeven dagen moet u in de loofhutten wonen. Alle ingezetenen van Israël moeten in loofhutten wonen, zodat de generaties na u weten dat Ik de Israëlieten in loofhutten liet wonen, toen Ik hen uit het land Egypte geleid heb. Ik ben de HEERE, uw God.
דַּבֵּ֞ר אֶל־בְּנֵ֤י יִשְׂרָאֵל֙ וְאָֽמַרְתָּ֣ אֲלֵהֶ֔ם מֽוֹעֲדֵ֣י יְהֹוָ֔ה אֲשֶׁר־תִּקְרְא֥וּ אֹתָ֖ם מִקְרָאֵ֣י קֹ֑דֶשׁ אֵ֥לֶּה הֵ֖ם מֽוֹעֲדָֽי
דַּבֵּ֛ר אֶל־בְּנֵ֥י יִשְׂרָאֵ֖ל לֵאמֹ֑ר בַּֽחֲמִשָּׁ֨ה עָשָׂ֜ר י֗וֹם לַחֹ֤דֶשׁ הַשְּׁבִיעִי֙ הַזֶּ֔ה חַ֧ג הַסֻּכּ֛וֹת שִׁבְעַ֥ת יָמִ֖ים לַֽיהֹוָֽה
בַּיּ֥וֹם הָֽרִאשׁ֖וֹן מִקְרָא־קֹ֑דֶשׁ כָּל־מְלֶ֥אכֶת עֲבֹדָ֖ה לֹ֥א תַֽעֲשֽׂוּ
שִׁבְעַ֣ת יָמִ֔ים תַּקְרִ֥יבוּ אִשֶּׁ֖ה לַֽיהֹוָ֑ה בַּיּ֣וֹם הַשְּׁמִינִ֡י מִקְרָא־קֹ֩דֶשׁ֩ יִֽהְיֶ֨ה לָכֶ֜ם וְהִקְרַבְתֶּ֨ם אִשֶּׁ֤ה לַֽיהֹוָה֙ עֲצֶ֣רֶת הִ֔וא כָּל־מְלֶ֥אכֶת עֲבֹדָ֖ה לֹ֥א תַֽעֲשֽׂוּ
אֵ֚לֶּה מֽוֹעֲדֵ֣י יְהֹוָ֔ה אֲשֶׁר־תִּקְרְא֥וּ אֹתָ֖ם מִקְרָאֵ֣י קֹ֑דֶשׁ לְהַקְרִ֨יב אִשֶּׁ֜ה לַֽיהֹוָ֗ה עֹלָ֧ה וּמִנְחָ֛ה זֶ֥בַח וּנְסָכִ֖ים דְּבַר־י֥וֹם בְּיוֹמֽוֹ
מִלְּבַ֖ד שַׁבְּתֹ֣ת יְהֹוָ֑ה וּמִלְּבַ֣ד מַתְּנֽוֹתֵיכֶ֗ם וּמִלְּבַ֤ד כָּל־נִדְרֵיכֶם֙ וּמִלְּבַד֙ כָּל־נִדְבֹ֣תֵיכֶ֔ם אֲשֶׁ֥ר תִּתְּנ֖וּ לַֽיהֹוָֽה
אַ֡ךְ בַּֽחֲמִשָּׁה֩ עָשָׂ֨ר י֜וֹם לַחֹ֣דֶשׁ הַשְּׁבִיעִ֗י בְּאָסְפְּכֶם֙ אֶת־תְּבוּאַ֣ת הָאָ֔רֶץ תָּחֹ֥גּוּ אֶת־חַג־יְהֹוָ֖ה שִׁבְעַ֣ת יָמִ֑ים בַּיּ֤וֹם הָֽרִאשׁוֹן֙ שַׁבָּת֔וֹן וּבַיּ֥וֹם הַשְּׁמִינִ֖י שַׁבָּתֽוֹן
וּלְקַחְתֶּ֨ם לָכֶ֜ם בַּיּ֣וֹם הָֽרִאשׁ֗וֹן פְּרִ֨י עֵ֤ץ הָדָר֙ כַּפֹּ֣ת תְּמָרִ֔ים וַֽעֲנַ֥ף עֵֽץ־עָבֹ֖ת וְעַרְבֵי־נָ֑חַל וּשְׂמַחְתֶּ֗ם לִפְנֵ֛י יְהֹוָ֥ה אֱלֹֽהֵיכֶ֖ם שִׁבְעַ֥ת יָמִֽים
חַגֹּתֶ֤ם אֹתוֹ֙ חַ֣ג לַֽיהֹוָ֔ה שִׁבְעַ֥ת יָמִ֖ים בַּשָּׁנָ֑ה חֻקַּ֤ת עוֹלָם֙ לְדֹרֹ֣תֵיכֶ֔ם בַּחֹ֥דֶשׁ הַשְּׁבִיעִ֖י תָּחֹ֥גּוּ אֹתֽוֹ
בַּסֻּכֹּ֥ת תֵּֽשְׁב֖וּ שִׁבְעַ֣ת יָמִ֑ים כָּל־הָֽאֶזְרָח֙ בְּיִשְׂרָאֵ֔ל יֵֽשְׁב֖וּ בַּסֻּכֹּֽת
לְמַ֘עַן֘ יֵֽדְע֣וּ דֹרֹֽתֵיכֶם֒ כִּ֣י בַסֻּכּ֗וֹת הוֹשַׁ֨בְתִּי֙ אֶת־בְּנֵ֣י יִשְׂרָאֵ֔ל בְּהֽוֹצִיאִ֥י אוֹתָ֖ם מֵאֶ֣רֶץ מִצְרָ֑יִם אֲנִ֖י יְהֹוָ֥ה אֱלֹֽהֵיכֶֽם