Our Yeshua (Immanuël)

Een verzameling van onze studies
Home Artikelen Moadiem Over ons English

Home >> Artikelen "Moadiem" >> Yom Teruah / Rosh HaShanah

Yom Teruah / Rosh HaShanah

De dag van trompet-/bazuingeschal & nieuwjaarsdag op de 1ste dag van de 7e maand

8 Eloel 5777 | 30 augustus 2017

Wanneer het de eerste dag van de zevende maand volgens de Joodse kalender is, wat תִּשְׁרֵי Tishrei of תִּשְׁרִי Tishri wordt genoemd, wordt er binnen het jodendom “Rosh HaShanah” [nieuwjaarsdag] gevierd. Deze duurt twee dagen en in de periode die hieraan vooraf gaat sturen mensen elkaar kaarten en e-mails met de wens “shanah tova [een goed jaar]”. Rosh HaShanah wordt thuis gevierd met een feestelijke maaltijd, waar ronde challes en honingkoek ten teken van een zoet, onafgebroken jaar niet ontbreken. In de synagoge is de dienst lang (4.5 uur) en de synagoge is wit aangekleed. Voor de ark, waar de torahrollen bewaard worden, hangt een wit gordijn en ook de torahrollen zijn omhuld door witte mantels. De chazan [voorzanger bij Joodse gebedsdienst] en anderen betrokken bij de dienst hebben een wit linnen kleed aan, gelijk aan het doodskleed dat gebruikt wordt bij een Joodse begrafenis. Het wit is symbool voor de volledige overgave aan God. In de synagoge wordt er 100 maal op de sjofar [ramshoorn] geblazen, wat een scherp geluid geeft. De laatste toon wordt zo lang mogelijk aangehouden, om te denken aan de komende dagen van inkeer. Deze dagen lopen van Rosh HaShanah tot aan Yom Kippur [Grote Verzoendag] waarin je de slechte daden tegenover andere personen of tegenover God bijstelt of verzoent. De tien dagen eindigen met Yom Kippur waarop de verzoening met God wordt voltooid. Op de vooravond van Rosh HaShanah wordt er thuis of in de synagoge een stuk appel, gedoopt in honing, gegeten.

Als we de TeNaCH/Bijbel erop na slaan, dan vinden we op deze dag "Yom Teru'ah" staan. Dit is de dag waarop priesters [niet de hogepriester] op zilveren trompetten [chatsotserot kèsef] bliezen en andere aangewezen personen op de sjofars bliezen en de rest van het volk riepen/schreeuwen tot יהוה, onze God, ter gedachtenis. Wat we nu graag willen weten is waar “Rosh HaShanah” vandaan komt en wat wij hieromtrent in de Bijbel van terug kunnen vinden.

Yom Teru’ah יום תרועה

Over Yom Teru’ah [יום תרועה] vinden wij in onze Bijbels in Leviticus 23:24 en in Numeri 29:1 wat van terug. In de Hebreeuwse Bijbel staat hier “zichron teru’ah” en in onze Bijbelvertalingen is dit vertaald naar “een gedachtenis des geklanks”, of “een gedenkdag aangekondigd door bazuingeschal”.

Het woord "teru’ah" betekent: roep (roepen/uitroepen); schreeuw; alarm; signaal; geluid van storm/vloed; een schreeuw of explosie van oorlog/ … van alarm/ … van vreugde.
"Teru’ah" komt van het stamwoord “ru’a רוע”, wat “roepen; een geluid opheffen; uitschreeuwen; een explosie geven” betekent.

Wanneer de “teru’ah” door de priesters werd geblazen op de chatsotserot, dan betekende dit dat het kamp moest worden opgebroken (Numeri 10:5-6). Wanneer de priesters een “teru’ah” bliezen voor het aangezicht van יהוה, onze God, dan deden ze dit wanneer de Israëlieten ten strijde waren getrokken. Dit gaf tot resultaat dat de vijanden in de handen van de Israëlieten werden gegeven (of-te-wel, onze God bevrijdde zo zijn volk van hun vijanden. Numeri 10:9; 2 Kronieken 13:13-18).

Het woord “zichron” [זכרון] betekent: gedenkteken; herinnering; gedachtenis; herdenking; aanmaning (maar ook: benoemen).

Het woord “yom” [יום] betekent: dag (een dag van een maand wordt gerekend tussen zonsondergang en zonsondergang. Een dag binnen een dag zelf, zijn de 12 uren gerekend vanaf zonsopkomst).

Yom Teru’ah is een dag van roepen/schreeuwen van Gods Naam in vreugde; een dag van alarm; een dag van oproep tot waakzaamheid; een dag van oproep tot verzameling; een dag van oproep tot bekering/terugkeer … teshuvah. In de aangehaalde Bijbelverzen staat dat er op deze dag aan eerder opgenoemde moet worden gedacht, dat dit in herinnering moet worden gebracht, of, ter gedachtenis moet worden beleefd. Op deze dag mag niet worden gewerkt, het is een rustdag. Een dag waarin men “mikra kodesh” houdt. Letterlijk betekent dit “heilige/apart gezette lezing”. Het komt erop neer dat men die dag de Torah [Instructie/Leer] bestudeert. “Mikra kodesh” is in onze Bijbelvertalingen vertaald naar “heilige samenroeping/samenkomst”. Men moest op die dag ook een vuuroffer brengen aan יהוה onze God.

Vandaag-de-dag kunnen wij deze dag niet letterlijk, niet in z’n geheel beleven.
Wij kunnen uitstekend deze dag als rustdag beleven; wij kunnen deze dag uitstekend herdenken/in herinnering brengen wat er allemaal is gebeurd in ons leven en in de geschiedenis; wij zijn ook goed in staat zowel van vreugde Gods Naam uit te roepen, als ook tot Hem in kommer-en-kwel toe te roepen; wij zijn ook in staat een alarm of een signaal af te geven door middel van een bazuingeschal, mits wij maar weten wie de aangewezen personen zijn die de sjofars mogen blazen. Maar we zijn niet in staat letterlijk naar Jeruzalem op te trekken om daar in Gods Tempel een vuuroffer te brengen voor Zijn aangezicht. Daar zijn dan ook geen priesters die op de chatsotserot blazen. Wat wij wel kunnen, is een offer in onze hart naar Hem toe brengen; een offer vol van liefde en overgave.

Rosh HaShanah ראש השנה

Rosh HaShanah [ראש השנה] staat inderdaad in de TeNaCH/Bijbel vermeld en wel in Ezechiël 40:1. Dit is echter de enige plaats in de Bijbel waar de Hebreeuwse woorden ראש (rosh) en השנה [hashanah] achter elkaar staan. In onze Bijbelvertalingen is het vertaald naar “in het begin van het jaar”. De profeet van יהוה, onze God, doet verslag van een gebeurtenis in zijn profetische leven en wel dat op die dag de hand van יהוה, onze God, op hem was en hem ergens naartoe bracht.

“Rosh” [ראש] betekent: baas/chef/leider; hoofd; top; bovenste deel; totaal/geheel; som/bedrag; hoogte; voorkant/voorzijde; begin/aanvang.

“HaShanah” bestaat uit twee woorden; een lidwoord “ha” en een zelfstandig naamwoord “Shanah” en dat betekent: jaar.

Nu we dit weten, kunnen we constateren dat met “Rosh HaShanah” feitelijk wordt bedoeld: “Hoofd van het jaar”, of, “begin/aanvang van het jaar”. Exodus 12:2 geciteerd uit Herziene Statenvertaling:

Deze maand zal voor u het begin van de maanden zijn. Hij zal voor u de eerste zijn van de maanden van het jaar.

Als we deze vers in z’n context lezen, dan komen wij erachter dat dit met Pascha/Pesach is en niet met Yom Teru’ah. Vergeleken met de Gregoriaanse kalender valt de zevende maand samen met eind september t/m begin oktober. De eerste maand – wat tevens hoofd der maanden is – valt met de Gregoriaanse kalender samen met eind maart t/m begin april.

Hoe is Yom Teru’ah tot Rosh HaShanah uitgeroepen

De transformatie van “Dag van Roepen/Schreeuwen/Blazen (op shofar & chatsotserot) [Yom Teru’ah]” naar “Nieuwjaarsdag” (wat overigens niet de betekenis van ‘rosh hashanah’ is) is het resultaat van heidense Babylonische invloed op het Joodse volk. De eerste fase van transformatie was het overnemen van de namen van maanden. In de Torah zijn de maanden genummerd: Eerste Maand, Tweede Maand, Derde Maand, enz. (Leviticus 23; Numeri 28). Tijdens hun verblijf in Babylonië begonnen de Joden de namen van heidense Babylonische maanden te gebruiken, zoals ook in de Talmoed wordt gezegd:

“De namen van de maanden kwamen met hen van Babylonië.” (Jeruzalem Talmoed, Rosh Hashanah 1:2 56d)

Binnen het Babylonische cultuur zijn de namen van maanden belichaamd door de vierde maand, genaamd “Tammuz” (tammoes). In Babylonische religie was Tammuz een god van het graan, wiens jaarlijkse dood en wederopstanding de wereld vruchtbaarheid bracht.
In Ezechiël 8:14 omschrijft de profeet hoe hij Joodse vrouwen in de Tempel zag zitten, huilen over Tammuz. De reden waarom ze dat deden, is dat volgens Babylonische mythologie Tammuz vermoord was, maar nog niet was weder opgestaan. In Babylonische tijd was het in het begin van de zomer de tijd om voor Tammuz te huilen, wanneer de regen in geheel het Midden-Oosten stopt en de vegetatie begint te verdorren door de brandende zon.

Nu wil het toeval dat op de dag van vandaag de Vierde Maand, binnen de rabbijnse kalender bekend als de maand van Tammuz, nog steeds een tijd voor huilen en rouwen is (vasten 17 Tammuz). Dit is omdat op de 17e van de Vierde Maand Nebukadnezar de vestigingsmuren van de stad Jeruzalem heeft vernield, wat resulteerde in de vernietiging van de 1ste Tempel in de negende dag van de Vijfde Maand [Av].

Later in het Oude Testament/TeNaCH worden enkelen van de Babylonische maandnamen weergegeven, maar altijd met de namen van maanden zoals ze in de Torah (de eerste 5 boeken van Mozes) zijn weergegeven. Lees bijvoorbeeld Ester 3:7. In Esters tijd leefden de Joden binnen de grenzen van het Perzische Rijk. In het begin gebruikten de Joden zowel de namen van de maanden van Babylonië, die Perzië ook over heeft genomen, naast die in de Torah staan, maar na verloop van tijd werden die van de Torah niet meer gebruikt.

Rabbijnen werden beïnvloed door de heidense Babylonische religie. Hoewel veel Joden in 516 voor gewone jaartelling [vGJ] naar hun geboortegrond terugkeerden, bleven de voorouders van de rabbijnen in Babylonië achter, waar het rabbijnse jodendom geleidelijk aan tot stand kwam. Veel rabbijnen, zoals Hillel I werden in Babylonië geboren en onderwezen. Babylonië bleef het hartland van het rabbijnse jodendom, tot aan de val van de Geonim in de 11e eeuw gewone jaartelling [GJ].

Een van de invloeden van de Babylonische religie, was het vieren van nieuwjaarsdag op Yom Teru’ah. Al sinds heel vroeg hadden de Babyloniërs een lunar-solar kalender, die sterk op die van de Bijbel leek. Het resultaat was dat Yom Teru’ah vaak gelijk viel met het Babylonische Nieuwjaarsfestival van “Akitu”. Akitu was op de 1ste dag van de Babylonische maand “Tishrei”, wat samenviel met de 1ste dag van de Zevende Maand; de dag van Yom Teru'ah. De naam van de Babylonische maand Tishrei is afkomstig van het Akkadische tašrītu “begin” en van šurrû “beginnen”. Toen de Joden de namen van de Babylonische kalender overnamen, maakte dat de weg vrij voor het veranderen van Yom Teru'ah in de Joodse nieuwjaarsdag. En het feit dat er eigenlijk geen reden gegeven is voor het vieren van Yom Teru'ah, maakte het vast voor de rabbijnen makkelijker deze dag voortaan een Joodse nieuwjaarsdag te benoemen.

Is het ‘tegen Gods Woord’ of is het een goed te vieren traditie

Voor Babyloniërs was het heel normaal op de 1ste dag van de 7e maand Akitu [Nieuwjaarsdag] te vieren. Zij vierden Akitu twee keer in het jaar; op de 1ste dag van de 7e maand, die zij “Tishrei” noemden en nog een keer 6 maanden later op de 1ste dag van de maand die zij “Nissan” noemden. Zoals de 1ste Akitu samenviel met Yom Teru’ah, zo viel de 2e Akitu samen met de feitelijke nieuwjaarsdag in de Torah op de 1ste dag van de Eerste Maand. Hoewel de rabbijnen Yom Teru’ah tot nieuwjaarsdag [Rosh HaShanah] proclameerden, herkenden zij de 1ste dag van de Eerste Maand ook als ‘nieuwjaarsdag’, sinds ze daar niet omheen konden (Exodus 12:2). Deze dag werd, en wordt, genoemd ‘Bijbelse nieuwjaarsdag’, maar wordt niet gevierd. Dit, omdat er niet in de Bijbel staat dat dit moest gebeuren.

De traditie gaat dat יהוה, onze God, op de eerste dag van de Zevende Maand, die vandaag de dag ‘Tishrei’ wordt genoemd, de mens heeft geschapen. Over de schepping van al dat is, staat in het Bijbelboek Genesis te lezen. In het Hebreeuws heet dit boek “Bereshiet”. Men verklaart dat dit achterstevoren verwijst naar de Zevende Maand, die in Babylonische cultuur, en nu ook in rabbijns jodendom, “Tishrei” heet en dit doet men door de naam van dit eerste boek “Bereshiet” [בראשית] achterstevoren te lezen.

Het woordje “be ב” is een voorzetsel, die in het Hebreeuws aan het zelfstandig naamwoord vastgekoppeld zit. “Bereshiet” [בראשית] bestaat uit het voorzetsel “be” [ב], wat in, met en soms ook door betekent en uit het zelfstandig naamwoord “reshiet” [ראשית] wat eerste, begin en ook eersteling betekent. Wanneer men het woord בראשית [bereshiet] achterstevoren wil spellen, dan haalt men eerst het voorzetsel ב [be] er voor weg, en plaatst het dan achterstevoren, wat dan van ראשית [reshiet] תשרי zou moeten maken, wat dan wonderbaarlijk “Tishrei” zou lezen.

Zoals u echter kunt zien, klopt dit niet. De Hebreeuwse letter alef א ontbreekt. ראשית achterstevoren gelezen, maakt תישאר en Google vertaalt dit naar “blijven”. In de TeNaCH komt dit woord niet voor.
Ik moet er wel bij vermelden dat de hier aangegeven spelling בראשית een kanttekening heeft:
ב' רבתי לפי נוסחים מקובלים Google vertaalt dit naar: In overeenstemming met aanvaarde versies. Dit staat in mijn TeNaCH JPS [Jewish Publication Society]. Ook mijn app op mijn smartphone en tablet “My Tanakh” hanteert deze spelling, evenals Westminster Leningrad Codex [WLC].

Voorts legt men uit dat de zondvloed (waarna de mensheid opnieuw tot ontwikkeling is gekomen door de zonen van Noach) wel in de Zevende Maand moest geschieden, omdat dan het regenseizoen begint. Daarbij verwijst men ook naar het getal zeven “Sheva”, wat een heilige/apart gezette getal is, verwijzend naar de zevende dag.

Hoewel goed doordacht en interessant uitgedokterd (behalve dan dat de mens [haAdam] op deze dag zou zijn geschapen; ik kan dat niet uit de TeNaCH herleiden), blijft het een traditie. Maar, is het tegen Gods Woord in?

In Exodus 25:8-10 lezen wij dat de priesters in het 49ste jaar op de 10e dag van de Zevende Maand [Babylonische Tishrei] wederom de Sjofar moesten blazen. Dat jaar en in die maand wordt de Sjofar twee keer geblazen. De eerste keer is op Yom Teru’ah, welke op de 1ste dag van de Zevende Maand is, en de tweede keer op Yom Kippur: de Dag van Verzoening/Grote Verzoendag. Deze is op de 10e van de Zevende Maand.

Als met de 1ste dag van de Zevende Maand [Babylonische Tishrei] het nieuwe jaar begint, dan moet dit inhouden dat dan ook het 50ste jaar begint; het Jubeljaar! Dit zou dan betekenen dat een jaar eerder de Sjofar is geblazen als aankondiging voor dit Jubeljaar. Maar de Schrift – het Woord van God – is duidelijk dat de Eerste Maand, die ook wel Maand van Aviv (gerst dat rijp voor oogst is wordt Aviv genoemd) wordt genoemd, het hoofd van het jaar jaar is. Aannemelijker is daarom dat in de Zevende Maand van het 49ste jaar op de 10e dag de Sjofar wordt geblazen door geheel het land, omdat ongeveer 6 maanden later het Jubeljaar begint en er dus nog 6 maanden over is om ieder zijn erfdeel weer terug te geven.

Precies twee weken later dan de eerste dag van de Zevende Maand (de dag van Yom Teru’ah), begint Sukkot [soekot/Loofhuttenfeest]. In Exodus 23:16 wordt naar dit feest gerefereerd als “het uitgaan van het jaar”.

Ook het feest van de oogst, van de eerste vruchten van uw werk, van wat u op de akker gezaaid hebt. En het Feest van de inzameling, aan het einde van het jaar, wanneer u u de vruchten van uw werk van het veld ingezameld hebt.
Uit: Herziene Statenvertaling

De eerste dag van de Zevende Maand proclameren als ‘nieuwjaarsdag’ en vervolgens lezen dat twee weken later “het uitgaan van het jaar”, of “het einde van het jaar” is, is hetzelfde als volgens de Gregoriaanse kalender, die de eerste dag van diens maand Januari als nieuwjaarsdag heeft, precies twee weken later de 15e dag van de maand Januari als “het uitgaan van het jaar”, of “het einde van het jaar” te benoemen.

In Exodus 34:22 wordt in vele vertalingen gesproken over een omwenteling van het jaar; een keerpunt van het jaar. Herziene Statenvertaling heeft hier jaarwisseling staan. In het Hebreeuws staat hier “tekoefat hashanah”.

Het Hebreeuwse woord תְּקוּפַ֖ת tekoefat is van tekoefah תּקוּפה en betekent "rond(om) komen; circuit van tijd of ruimte; een keerpunt; circuit”, en als bijwoord betekent het “op het circuit”. Dit betekent dat de rondgang, omwenteling of keerpunt nog gaande is. Niet dat het net is geweest. In Exodus 34:22 is tekoefah in een woordpaar met hashanah הַשָּׁנָֽה [het jaar] geplaatst, waardoor het een kleine verandering heeft ondergaan.

Het construct (woordpaar) tekoefat hashanah [תקופת השנה].

Hashanah is een vrouwelijk enkelvoud zelfstandig naamwoord, definitief (lidwoord ‘ha’).
Tekoefah is een vrouwelijk enkelvoud zelfstandig naamwoord, niet definitief (geen lidwoord).

In dit woordpaar is tekoefah in een bouwende relatie met hashanah, wat een “bezittelijk relatie” wordt genoemd. Hierdoor moet bij vertaling het woordje ‘van’ worden toegevoegd, direct achter het eerste zelfstandige naamwoord. Dit heeft een bouwende relatie met het tweede zelfstandig naamwoord, wat het absolute zelfstandig naamwoord is en waar het accent op wordt gelegd. Hierdoor verandert de klinker van het eerste, bouwende zelfstandig naamwoord tekoefah naar tekoefat.
Omdat het absolute zelfstandig naamwoord definitief is, moet het eerste bouwende zelfstandig naamwoord ook in definitief worden vertaald. Het gehele construct (woordpaar) wordt in definitief gelezen. Zo is tekoefat hashanah vertaald: "de rondgang van het jaar". Waarom niet ‘een rondgang van het jaar’? Omdat ‘een’ niet definitief is.

Mijn conclusie is dat de Zevende Maand – het Babylonische Tishrei – niet de maand van het nieuwe jaar kan zijn, maar dat het symbolisch een keerpunt in ons leven is.

“… en het was avond, en het was ochtend; …”

De woorden die in Exodus 34:22 vóór tekoefat hashanah staan, zijn vechag ha’asif. Letterlijk – woord voor woord: “en festival - de inzameling”. Ook dit zijn woordparen. Asif is een zelfstandig naamwoord en dat is chag ook. Asif staat echter in definitief ⇒ ha’asif en het betekent “de inzameling”. De vertaling is daarom: “en het festival van de inzameling”, waarmee Sukkot wordt bedoeld, welke de 15e dag van de Zevende Maand begint. Dat is 14 dagen later dan Yom Teruah, of-te-wel het zogenoemde Rosh Hashanah!
“… vechag ha’asif tekoefat hashanah. … en het festival van de inzameling [op] de rondgang van het jaar.” __ Exodus 34:22b

De eerste dag van de Zevende Maand kan ook helemaal niet rosh hashahah (hoofd van het jaar) worden genoemd, want 15 dagen later is het feest van de inzameling van de grote oogst, wat achter in het jaar is ⇒ Exodus 23:16. Ook appels worden tijdens deze inzameling van de grote oogst geoogst.

Zoals eerder vermeld, gelooft men dat de mens [haAdam] op deze dag geschapen is. Dit is echter een traditie die in Babylon is ontstaan door de rabbijnen die daar leefden tot aan de 11 eeuw GJ. Vandaag de dag viert men dit nog steeds in plaats van Yom Teru’ah. Dit is mede omdat de zilveren trompetten alleen door de priesters mogen worden geblazen en de sjofars alleen worden geblazen door degenen die hiervoor aangewezen zijn. De Tempel is er niet meer en de nazaten van de priesters hebben daarom geen dienst/functie (wat dan ook alleen maar zou kunnen wanneer ze daadwerkelijk tot priesters zouden worden gezalfd). En, zoals eerder vermeld, omdat Yom Teru'ah niet specifiek een reden van viering geeft zoals dit bijvoorbeeld bij Pesach, Shavu’ot [wekenfeest] en Sukkot [Loofhuttenfeest] wel het geval is, is hier makkelijker een wending aan te geven. Echter druist dit in tegen Gods Woord. Sterker, er is iets toegevoegd aan de TeNaCH wat er eerder niet in stond en dat is overeenkomstig Gods Woord een zonde:

Deuteronomium 4:2
U mag aan het woord dat ik u gebied, niets toevoegen en er ook niets van afdoen, opdat u de geboden van יהוה, uw God, die ik u gebied, in acht neemt.

Deuteronomium 12:32
Dit alles wat ik u gebied, moet u nauwlettend in acht nemen. U mag er niets aan toevoegen en er ook niets van afdoen.

Spreuken 30:6
Voeg niets toe aan Zijn woorden, anders zal Hij u straffen, omdat u een leugenaar zou blijken te zijn.

Laat de aangewezen persoon op de eerste dag van de Zevende Maand op de sjofar blazen, waarbij nadruk wordt gelegd op de 10e dag die komende is: Yom Kippur. Die dag is een belangrijke dag. Het was de dag waarop verzoening voor ons werd gedaan door de hogepriester [Cohen haGadol]. Ikzelf ben van mening dat dit overeenkomstig Psalmen 110 nog steeds wordt gedaan en wel door Yeshua HaMashiach [de Gezalfde] maar ik besef me dat niet iedereen deze mening deelt. En laten wij de lekkernijen naar de 15e van deze maand verplaatsen, wanneer de grote oogst is geweest (of nog gaande is) en wij feest vieren; onze God dankende en vrolijk zijn voor Zijn aangezicht.

Psalmen 81:3 [4]
Blaas de sjofar tijdens de nieuwe maand, tijdens de bedekking, wat naar onze feestdag leidt.
תקעו בחדש שופר בכסה ליום חגנו

Leviticus 23:24
Spreek tot de kinderen van Israël en zeg: In de Zevende Maand, in de eerste van deze maand, moet u een shabbat houden, een aanmanende/gedenkwaardige roep; schreeuw; signaal, een heilige lezing.
דבר אל ישראל לאצר בחדש השביעי באחד לחדש יהיה לכם שבתון זכרון תרועה מקרא-קדש

Joël 2:1
Blaas de sjofar in Sion, sla alarm in Mijn Heilige Berg, laat alle inwoners van de aarde beven want de Dag van יהוה komt, want het is nabij.
תקעו שופר בציון והריעו בהר קדשי ירגזו כל ישבי הארץ כי-בא יום-יהוה כי קרוב

1 Thessalonicenzen 4:16
Want onze Heer zelf zal, op het signaal/op een geroep teru’ah, op een goddelijke stem bat kol van de prins/vorst van de engelen sar hamalachim en op het blazen op de sjofar van יהוה, van de hemel neerkomen en de doden in Messias zullen eerst levend opstaan.
[Exodus 19:16,19]