Home >> Artikelen " antithese" >> Volgde Yeshua Gods Torah tot in de puntjes, of was hij juist een overtreder daarvan?
Met deze stelling doelt men onder andere op het wandelen door de graanvelden, waar een paar van Yeshua’s leerlingen honger kregen, aren plukten en door het in hun handen te wrijven het vliesje eraf haalden en het kleine vruchtje zelf opaten. “Big deal!”, zou u misschien denken. En inderdaad … wanneer het op een van de 6 dagen van de week zou gebeuren. Dan zou er helemaal niets aan de hand zijn. Maar nu was het de 7e dag van de week, Shabbat. Houdt dit nu in dat ze in overtreding waren? Maar ook de genezingen die hij op Shabbat heeft verricht, zorgde (en zorgt) voor opstand.
In Jesaja 48 tot en met 53 staat te lezen dat een zekere Israël een rechtvaardige dienstknecht is, die het huis van Jakob – dat is, Juda en Efraïm – terug zal brengen naar YHWH onze God. Het is dus van belang te weten of Yeshua inderdaad een overtreder van Gods Torah is, die God door Mozes aan Zijn volk gegeven heeft. Een van de belangrijke zaken die in Gods Torah staan, is het houden van de Shabbat.
Exodus 20:9-10
Zes dagen zult u arbeiden en al uw werk doen, maar de zevende dag is de sabbat van de HEERE, uw God. Dan zult u geen enkel werk doen, u, noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw dienaar, noch uw dienares, noch uw vee, noch uw vreemdeling die binnen uw poorten is.
Uit: Herziene Statenvertaling
Hieruit blijkt dat geen enkel werk mag worden verricht en dat de heer des huizes verantwoordelijk is dat iedereen zich daaraan houdt. Als wij het naar het Nederlands vertaalde “geen enkel werk” in het oorspronkelijk geschreven taal opzoeken, dan staat er dat je niet aan je ambacht/werk/bezittingen (have, goed) mag werken.
Het Hebreeuwse woord, wat naar “zult u arbeiden” is vertaald en wat ook in Deuteronomium 5:13 staat, is “tà-àvod” [תעבד]. Dit is van het werkwoord avàd [עבד] en het betekent werken; bewerken (grond); dienen (Bijbels Hebreeuws); laten werken (bv. als slaaf) (Bijbels Hebreeuws). Dezelfde drie letters vormen ook het woord “èvèd”, wat slaaf; onderdaan (Bijbels Hebreeuws); dienaar (Bijbels Hebreeuws) betekent.
“Zes dagen werken jullie / zes dagen bewerken jullie de grond / zes dagen dienen jullie / zes dagen laten jullie de slaven (onderdanen, dienaars) werken …”
Het Hebreeuwse woord, wat naar “uw werk” is vertaald, is “melà-chettècha”. Dit is van het zelfstandig naamwoord [vrl.] “mela-chah”, wat ambacht; werk (Bijbels Hebreeuws); bezitting [have, goed] (Bijbels Hebreeuws) betekent.
“… en doe je al je ambacht / en doe je al je werk / en doe je al je bezitting (have, goed), …”
God heeft via Mozes niet gezegd dat wij op Shabbat ‘geen enkel werk’ mogen verrichten, maar dat wij op Shabbat niet aan onze ambacht/werk/bezitting (have, goed) mogen werken. Shabbat is er zodat wij ons van de banden van de wereld, de materie, los kunnen maken en onze hart, ziel en verstand op onze God kunnen richten. Doel hiervan is dat we uiteindelijk Zijn woord, Zijn instructie op onze harten geschreven hebben, wat zoveel wil zeggen dat wij dan ‘automatisch/routinematig’ weten wat wel en wat niet kan … volwassen zijn (Jeremia 31:31-34).
Exodus 16:22-26
Op de zesde dag gebeurde het dat zij een dubbele hoeveelheid brood verzamelden, twee gomers voor één persoon. Al de leiders van de gemeenschap kwamen dat aan Mozes vertellen. Hij zei toen tegen hen: Dat is het wat de HEERE gesproken heeft. Morgen is het de rustdag, de heilige sabbat voor de HEERE! Wat u bakken wilt, bak het, en kook wat u koken wilt, en laat alles wat er overblijft voor uzelf liggen om het tot de volgende morgen te bewaren. Zij lieten het staan tot de volgende morgen, zoals Mozes geboden had, en nu stonk het niet en waren er geen maden in. Toen zei Mozes: Eet dit vandaag, want vandaag is het de sabbat voor de HEERE. U zult het vandaag buiten niet vinden. Zes dagen moet u het verzamelen, maar op de zevende dag is het sabbat. Dan zal het er niet zijn.
Uit: Herziene Statenvertaling
Naar onze tijdsbeleving gekeken, houdt dit in dat er op Gods heilige dag (of ‘apart gezette dag’) niet mag worden gewerkt om je bezittingen en inkomen te verrijken/verdubbelen. Op de zesde dag sla je dubbel in, zodat je dat op de rustdag niet hoeft te doen.
Het lijkt erop dat je ook niet op Shabbat je eten klaar mag maken. Wij moeten ons echter wel beseffen dat in die tijd men geen koelkast, diepvries of een koele kelder had. Mijn moeder vertelde mij laatst dat in haar jeugd zij ook geen koelkast en diepvries hadden. Zij maakten het in en bewaarden het in de koele kelder of aten het een paar uur later op. In de tijd van Mozes moest er hout worden gesprokkeld, manna en kwakkels moesten worden verzameld, hout moest worden aangestoken en dat gebeurde ook niet met lucifers of een aansteker en als het brandde, moest het eten daarboven worden klaargemaakt. Al met al ben je meer dan een halve dag bezig voordat je kunt eten en dan moet er daarna ook worden schoongemaakt. Je ziet nu dat er van het tot je nemen van Gods woord weinig tot geen tijd over is.
Dat onze God serieus is over deze zevende dag, blijkt uit de volgende citaat:
Exodus 31:12-17
Verder zei de HEERE tegen Mozes: U dan, spreek tot de Israëlieten en zeg: U moet zeker Mijn sabbatten in acht nemen, want dat is een teken tussen Mij en u, al uw generaties door, zodat men weet dat Ik de HEERE ben, Die u heiligt. Ja, u moet de sabbat in acht nemen, want die is voor u heilig. Wie hem ontheiligt, moet zeker gedood worden, ja, ieder die op die dagwerk verricht[wat] aan zijn ambacht/werk/bezitting doet, die persoon moet uitgeroeid worden uit het midden van zijn volksgenoten. Zes dagenzal er werk verricht wordenmag er [wat] aan ambacht/werk/bezitting worden gedaan , maar op de zevende dag is het sabbat, een dag van volledige rust, heilig voor de HEERE. Ieder die op de sabbatdagwerk verricht[wat] aan zijn ambacht/werk/bezitting doet, moet zeker gedood worden. Laat de Israëlieten dan de sabbat in acht nemen, door de sabbat te houden, al hun generaties door, als een eeuwig verbond. Hij zal tussen Mij en de Israëlieten voor eeuwig een teken zijn, want de HEERE heeft in zes dagen de hemel en de aarde gemaakt, en op de zevende dag heeft Hij gerust en Zich verkwikt.
Uit: Herziene Statenvertaling
In vers 14 staat te lezen dat degene die de Shabbat ontheiligt, gedood moet worden. Hoe ontheilig je de Shabbat? Door op die dag wat aan je ambacht/werk/bezitting te doen (te verdubbelen; je verrijken). Immers, je kunt dan niets van Zijn woord, Zijn leer tot je nemen, want daar heb je dan geen tijd voor. Je kunt nu zeggen dat je elke dag wel een uur uit de Bijbel leest, maar dan beperk je het alleen maar tot lezen en niet het gelezene tot je te nemen door erover te mediteren, discusiëren en dergelijke.
Laten wij nu eens kijken of de volgende citaat bewijst dat Yeshua een overtreder van dit gebod was.
Johannes 9:14
En het was Sabbat toen Jezus het slijk maakte en Zijn ogen opende.
Uit: Herziene Statenvertaling
Omdat het werkwoord “maken” erin staat, zou je denken dat Yeshua inderdaad Gods gebod overtreden heeft. Merk echter op dat Yeshua niet bezig was zijn have/goed te verdubbelen, maar dat hij iemand genas van diens blindheid. Nergens zullen wij in Gods Torah een gebod vinden, wat ons vertelt dat het verboden is op de zevende dag iemand te genezen of te redden of een vrouw bij haar bevalling bij te staan en te helpen. Het is zelfs niet verboden dieren te genezen of te redden of bij een bevalling te helpen. Wie deze vers aanhaalt om te bewijzen dat Yeshua niet koosjer bezig was, begrijpt zelf erg weinig van wat Shabbat nu precies is en wat op deze, door God apart gezette dag nu wel en niet geoorloofd is. En zo kan Johannes 5:9 ook niet worden gebruikt om aan te tonen dat Yeshua Gods gebod betreft de Shabbat overtreden heeft.
Men zou Johannes 5:8, Matthéüs 9:6; Markus 2:11 en Lukas 5:24 kunnen aanhalen om te tonen dat het gebod “geen last dragen op Shabbat” is overtreden. Dit haalt men uit Jeremia 17:19-23. In vers 21 staat dat men op Shabbat geen last door poorten Jeruzalem in mag dragen en in vers 22 staat dat je op Shabbat ook geen last je huis uit mag dragen.
Letterlijk gezien heeft deze man geen overtreding begaan. Hij droeg geen last door de poorten Jeruzalem in op Shabbat en hij droeg ook geen last zijn huis uit op Shabbat. Wat hij wel deed, was zijn ligmat [bed] oppakken en onder zijn arm naar huis dragen, nadat hij door Yeshua genezen was van zijn verlamdheid. En als wij Jeremia 17:19-23 in z’n geheel lezen, dan merken wij op dat ook hier het woord mela-chah [ambacht; werk; bezitting (have, goed)] in vers 22 staat, waardoor wij op kunnen maken dat het dragen van last door de poorten Jeruzalem in en het dragen van last uit de huizen op Shabbat met werk/ambacht te maken heeft. Anders zou iedere man of vrouw dat bijvoorbeeld zijn/haar kind draagt in overtreding zijn.
Nu de aangehaalde citaten met betrekking tot genezing en het dragen van een last niet kan worden gebruikt om Yeshua ’s overtreding aan te tonen, is misschien de volgende citaat wel van toepassing:
Lukas 6:1
En het gebeurde op de tweede sabbat na het Paasfeest dat Hij [Yeshua] door de korenvelden ging en Zijn discipelen plukte aren, wreven die met de handen stuk en aten ze op.
(Mattheüs 12:1; Markus 2:23)
Uit: Herziene Statenvertaling
Men kan nu denken dat Yeshua in overtreding was omdat hij op Shabbat door de korenvelden wandelde, maar ook dat is een gebod wat niet Gods gebod is. God heeft niet verboden op Shabbat te wandelen, waar doorheen dan ook. God heeft verboden op Shabbat te werken. We hebben al onderzocht wat onder “werk” wordt verstaan en Yeshua was hier niet mee bezig en evenmin zijn discipelen [talmidiem = 24/7 leerlingen].
Yeshua’s discipelen waren aan het eten en dat is niet verboden. Zelfs het gebod niet iets tot je nemen wat niet rechtmatig van jou is, hebben ze hier niet overtreden. De landbezitters (akkerland) hebben via Mozes van God een gebod gekregen de randen van hun teelt niet te oogsten, maar deze te laten staan voor de armen en de vreemdelingen.
Nog een citaat waarin zou kunnen blijken dat Yeshua een overtreder was: Johannes 5:17.
Yeshua zegt: “Mijn Vader werkt tot nu toe en ik werk ook.” Het Griekse werkwoord voor werken, ergon, is gebruikt en dit woord is ook gebruikt voor het Hebreeuwse woord mela-chah en voor het Hebreeuwse woord avàd/tà-àvod. Yeshua zegt dit tegen de Schriftgeleerden, nadat hij de verlamde man had genezen en tegen hem had gezegd zijn ligmat op te pakken en naar huis te gaan. Zoals eerder opgemerkt, waren ze verontwaardigd dat die man op Shabbat met zijn ligmat liep, terwijl hij letterlijk gezien geen fout had begaan. Maar toen ze later van dezelfde man tehoren kregen wie hem op Shabbat genezen had, wilden ze Yeshua vervolgen en helemaal toen hij deze woorden sprak, waarmee hij zich gelijkmaakte aan de God van Abraham, Izaäk en Jakob.
Daarmee valt het mij op dat ze helemaal niet verontwaardigd waren dat Yeshua beweerde dat God op Shabbat werkt. Logisch ook, want als God ook maar voor één dag ophoudt te werken, dan is dit voor de schepping niet best! God is het Leven. Zo laat Hij onder andere nog steeds regen neerkomen op de aarde zodat gewassen kunnen groeien, wij kunnen oogsten en het op kunnen eten. Dat er in Genesis staat dat God op de zevende dag rustte van Zijn werk, was omdat Hij klaar was met scheppen/creeëren. Alles was overeenkomstig Zijn Orde geregeld; zoals Hij het bedoeld had.
Yeshua is Gods Woord, vleesgeworden (Johannes 1:1); hij is de Hand van God die als een Banier voor de (heide)volken dient (Jesaja 11:10; 49:22); hij is de Arm van God die voor de ogen van de (heide)volken is ontbloot en die Rahab heeft neergehouwen en het zeemonster heeft doorboord en waarover gevraagd is of iemand de predikingen heeft geloofd (Jesaja 51:9; 52:10; 53:1-2). Wij kunnen iemands hand, arm of woord niet loskoppelen en daar een tweede of derde persoon van maken. Wij kunnen dat met onze eigen handen, armen en woorden ook niet doen. Wij kunnen onze woorden wel beeldgeven door onze handen te gebruiken, maar meer dan dat kunnen wij niet. Dit omdat wij het leven hebben, wij zijn het niet. Onze God is wel het leven. Hij kan Zijn Hand, Arm, Woord in een jonge ongetrouwde vrouw [maagd] doen, zodat het een man kan worden … een mensenzoon die als Zoon van God wordt (h)erkend. Hoe? Dat is voor onze God een weet en voor ons een wonder.
Maar wat is dan het ‘werk’ waar Yeshua het over had dat zowel Zijn Vader en daarom hij ook deed? Dat is het voeden – onderwijs geven in de Torah – en mensen genezen en verlossen. Hij was niet bezig zijn have of goed te verrijken of te verdubbelen. Dat deed hij op de overige 6 dagen ook niet, terwijl dit volgens de Torah wel toe is gestaan.
Wie wil bewijzen dat Yeshua een overtreder was van Gods geboden en daardoor volgens Gods wet moest worden gedood, moet in eerste instantie weten wat Gods geboden nu precies zijn en die dan ook hanteren. Men moet niet een broeder of zuster gaan veroordelen op basis van geboden die door mensen zijn opgesteld die tegen die van God ingaan. Wanneer we dat gaan doen, zijn wij niet langer bezig de zuivere waarheid boven tafel te krijgen om mensen van een enorme dwaalleer en ondergang te willen behoeden uit liefde voor de medemens, maar met het graaien in een meest donkere en smerige put vol afval om van de bodem iets te halen en deze vervolgens in het (kunst)licht te plaatsen en men dan doen geloven dat het de meest zuivere waarheid is!
Bron foto: Beit Simchat Torah congregation