Home >> Artikelen "Er wordt gezegd ..." >> Tetragram
Inleiding
Zaterdags [sjabbat] houd ik mijn rustdag en in die dag struin ik internet/YouTube af naar interessante lezingen/diensten over een interessant onderwerp.
Zo kwam ik op een dienst van vijf jaar geleden (het is vandaag juli 2020), waarin de spreker het op een gegeven moment over de tetragram had.
Tot zover kan ik de opmerking nog volgen.
Inderdaad werden er in die dagen geen nikoeds (klinkertekens) gebruikt. Wel werden de klinkers uitgesproken, evenals De Naam, en ik betwijfel het of dat ‘Jahweh’ of ‘Jahuah’ was.
אָדָם ← leesrichting
Adam = mens, persoon
אֶדֹם ← leesrichting
Edom = rood, roodachtig (en de bijnaam van Ezau)
En zo is Mosje ook altijd Mosje gebleven. Enkel bij vertaling naar andere talen zijn namen gewijzigd. Mosje is naar het Nederlands Mozes geworden en Yehoshua is naar het Aramees Yeshua geworden, en beide zijn naar het Nederlands “Jozua” vertaald.
Voor alle woorden – inclusief namen – die duizenden jaren met dezelfde klinkers werden uitgesproken, zijn door de Masoreten leestekens vastgelegd. Voor De Naam is geen uitzondering gemaakt, omdat dit niet verboden was (en is). Deze klinkers zijn:
De Masoreten hebben niet alleen klinkertekens [nikoed] vastgelegd, ook voordrachttekens [teamim] zijn door de Masoreten vastgelegd. Voor meer hierover, volg de linken naar Wikipedia.
יהוה ← leesrichting
De klinkers die men voor duizenden jaren uitspraken, en waar de Masoreten een leesteken voor hebben vastgelegd, zijn:
In de meeste Bijbelvertalingen is de Cholaam boven de Hee weggelaten. Echter, in duizenden oudere vertalingen staat de Cholaam er wel. En zo zien we dat we van de Sjwa onder de /je/ geen a kunnen maken, en van de Kamaats onder de /w/ geen ee (Tseeree) kunnen maken. ‘Jahweh’ kan het niet geweest zijn.
Degene die geloven dat ‘Jahuah’ /jahoe’a/ De Naam moet zijn, zijn van mening dat de Waw ן nooit een medeklinker, maar altijd een klinker is geweest.
“Bij het uit (willen) spreken van Gods Naam, leg je een limiet op God. En daarom hebben de Orthodox …”
De vertelling van de man ging verder, maar hier heb ik afgehaakt.
Ik vind het zo’n rare gedachte dat wanneer je iemand bij zijn/haar naam noemt, dat je dan een limiet/beperking op iemand legt!
Misschien werd er bedoeld dat je dan geen respect meer toont voor de benoemde. Dat kan zijn, maar dat is dan typisch een modern, westerse instelling: “Respect moet worden getoond en (daardoor) gepaste afstand bewaard, en tutoyeren is intimiteit, wat slechts met een beperkt aantal kan plaatsvinden.” Hoewel we ‘modern’ en ‘westers’ sinds een aantal jaren best door kunnen strepen. De ‘trend’ lijkt te veranderen.
In (oud ?) Hebreeuwse gedachtegoed is dit totaal anders. Wanneer aan een kind / (jong) volwassene een (ander) naam wordt gegeven, dan wordt er te kennen gegeven wie hij is; wat hij doet & wat hij voor jou is/betekent. Bij het niet uit (willen) spreken van zijn naam, geef je aan dat je hem niet kent en ook niets met hem te maken wil hebben. Of in ieder geval beperkt, zolang het noodzakelijk is!