Home >> Artikelen "Moadiem" >> Soekot סֻכּוֹת - (Loof)Hutten
Wie aan “Soekot” of aan “(Loof)hutten” denkt, denkt vast aan het feest wat in de herfst na de grote oogst begint. Dat feest begint op de 15de dag van de Hebreeuwse Zevende Maand en duurt zeven dagen. De dag vlak na dit feest wordt als de achtste dag geteld, waarin ook niet gewerkt mag worden; net als de eerste dag van dit feest. Toch komt het Hebreeuwse woord סכות (soekot) niet in het Bijbelboek “Exodus” als eerste voor, maar al in het Bijbelboek “Genesis”.
Wat is “Soekot” en wat is zo belangrijk aan dit feest? En wat heeft Yeshua/Jezus hiermee te maken?
Het Hebreeuwse woord “soekot” komt voor het eerst in Genesis 33:17 voor. Jakob had pas zijn tweelingbroer Esau/Edom weer ontmoet, voor wie hij tientallen jaren geleden vluchtte. Esau wilde dat Jakob met hem mee naar Seïr ging.
Seïr is een gebergte dat zich tussen de Dode Zee en de Golf van Akaba bevindt. Ten opzichte van Israël ligt het gebergte ten zuidoosten en bestaat het vandaag-de-dag vooral uit rotsen van roodachtig zandsteen.
Toen-ter-tijd was het gebergte de zuidoostelijke grens tussen het land Edom (een andere naam voor Esau) en het koninkrijk Judea. Esau (Edom) bewoonde dit gebergte en zo ook zijn nakomelingen.
Jakob gaf als excuus dat hij jonge kinderen en jongvee had, die de reis naar Seïr toe niet in haast konden overbruggen. Jakob zou achter Esau aan gaan en later in Seïr arriveren. Echter, toen Esau eenmaal vertrokken was, ging Jakob de andere kant op:
Maar Jakob trok naar Sukkoth. En hij bouwde een huis voor zichzelf en maakte hutten voor zijn vee. Daarom gaf hij die plaats de naam Sukkoth.
Uit: HSV
וֲיַעֲקֹב נָסַע סֻכֹּתָה וַיִּבֶן לוֹ בָּיִת וּלְמִקְנֵהוּ עָשָׂה סֻכֹּת עַל-כֵּן קָרָא שֵׁם-הֲמָּקֹם סֻכּוֹת
Van: Chabad.org
Het Hebreeuwse woord voor “veestapel” is “mikneh” en het betekent ook “bezit” en “aankoop” (bijvoorbeeld van gronden).
Honderden jaren later werden de nakomelingen van Jakob door onze God יהוה uit Egypte geleid. Vanuit Rameses trokken de Israëlieten – en met hen een grote groep van mensen van allerlei herkomst – naar Soekot:
Zo trokken de Israëlieten van Rameses naar Sukkoth, ongeveer zeshonderdduizend man te voet, mannen alleen, vrouwen en kleine kinderen niet meegerekend.
Uit: HSV
וַיִסְעוּ בְנֵי-יִשְׂרָאֵל מֵרַעְמְסֵס סֻכֹּתָה כְּשֵׁשׁ-מֵאוֹת אֶלֶף רַגְלֵי הַגְּבָרִים
Van: Chabad.org
In de plaats Soekot (Genesis 33:17) kregen de kinderen van Israël te horen dat ze het feest/festival der ongezuurde broden moesten houden, wanneer ze het Beloofde Land binnen gekomen waren.
Toen ze nog in Egypte waren, vóór de 10deplaag, hoorden ze al iets over dit feest. Er werd hun toen gezegd dat ze het feest der ongezuurde broden zeven dagen lang moesten vieren ter herinnering aan wat onze God יהוה had gedaan. In Soekot kregen de Israëlieten ook het bevel tot heiliging van de eerstgeborenen te horen (Exodus 13).
Vanuit Soekot ging de tocht verder, door de woestijn richting het Beloofde Land.
In Exodus 23 lezen we in vers 16 dat onze God tegen Mosjé/Mozes spreekt over één van de drie feesten dat door de kinderen van Israël gevierd moest worden: “Het feest van de inzameling, aan het einde van het jaar, wanneer u de vruchten van uw werk van het veld ingezameld hebt”.
Een soekah סכה – enkelvoud van soekot – is een (loof)hut.
In Exodus 26 lezen wij dat de tabernakel gemaakt moest worden. Uitgelegd wordt hoe het gemaakt moest worden en met wat voor materiaal.
Het Hebreeuwse woord dat naar “tabernakel” is vertaald, is geen verwante van het Hebreeuwse woord “soekah/soekot”. Het Hebreeuwse woord dat naar Tabernakel is vertaald, is “mishkan” [מִשְׁכָּן].
“Mishkan” betekent “ambtswoning; parlementsgebouw, -behuizing; woning; tabernakel”.
Een Mishkan moest worden gemaakt, zodat daarin Aäron en zijn zonen – de priesters – dienst konden doen als zijnde de ambtenaren van onze God יהוה. De Tabernakel/Mishkan werd opgezet zodat onze God middels zijn Shechina (Heerlijkheid/Glorie) onder de kinderen van Israël kon verblijven. Het volk Israël, zijnde Gods bezit (mikneh), woonden niet in deze ambtswoning – evenmin de priesters – maar rondom deze Ambtswoning in hutten. Een hut is een primitief verblijfplaats, veelal gemaakt met uit de natuur beschikbare materialen zoals bijvoorbeeld leem, stenen, bladeren, takken, riet, ijs, enz. Ongetwijfeld werden ook dekens en andere voor de hand liggende materialen gebruikt. Er werd destijds de mensen niet geboden hoe ze hun soekah/hut moesten bouwen wanneer ze halthielden.
De Tabernakel/Mishkan wordt ook wel “Ohel Mo’ed” genoemd. Dit betekent “Tent der Vastgestelde Tijden”, maar is veelal naar “Tent der Ontmoeting” en naar “Tent der Samenkomst” vertaald.
Hoe een soekah/hut gebouwd moet worden voor het zevendaagse festival “Soekot”, met wat voor materialen, staat niet in de TENACH/Bijbel te lezen. Wel staat in het boek Nehemia te lezen wat voor materiaal men toen gebruikten. Lees kopje “Opmerkelijk” voor meer info.
Wel staat in de eerste vijf boeken van de TeNaCH/Bijbel te lezen wat je op de eerste dag van dit festival tot je dient te nemen, en wel in Leviticus 23:40:
וּלְקַחְתֶּ֨ם לָכֶ֜ם בַּיּ֣וֹם הָֽרִאשׁ֗וֹן פְּרִ֨י עֵ֤ץ הָדָר֙ כַּפֹּ֣ת תְּמָרִ֔ים וַֽעֲנַ֥ף עֵֽץ־עָבֹ֖ת וְעַרְבֵי־נָ֑חַל וּשְׂמַחְתֶּ֗ם לִפְנֵ֛י יְהֹוָ֥ה אֱלֹֽהֵיכֶ֖ם שִׁבְעַ֥ת יָמִֽיםVan: Chabad.org
פְּרִ֨י עֵ֤ץ הָדָר֙ / pri eets hadar / = Vrucht van een Citrusboom.
כַּפֹּ֣ת תְּמָרִ֔ים / kaffot temariem / = Dadelpalm bladeren.
וַֽעֲנַ֥ף עֵֽץ־עָבֹ֖ת / v’annaf eets-avot / = En een tak van een dikke boom.
וְעַרְבֵי־נָ֑חַל / v’arbeej nachal / = En rivierwilgen.
Letterlijk vertaald:
En jullie zullen op de eerste dag tot jullie nemen vrucht van een Citrusboom; Dadelpalm bladeren en een tak van een dikke boom en van rivierwilgen en jullie zullen vrolijk zijn voor het aangezicht van Yehowah jullie God zeven dagen.
Binnen het jodendom worden de dadelpalmbladeren, de tak van een boom en van de rivierwilgen gebundeld, wat een "Loelav" wordt genoemd. Samen met een citrusvrucht – Etrog – wordt het heen en weer bewogen.
In Leviticus 23:42 staat te lezen dat we voor zeven dagen in onze soekot (hutten) dienen te zitten, gedurende het festival:
בַּסֻּכֹּ֥ת תֵּֽשְׁב֖וּ שִׁבְעַ֣ת יָמִ֑ים כָּל־הָֽאֶזְרָח֙ בְּיִשְׂרָאֵ֔ל יֵֽשְׁב֖וּ בַּסֻּכֹּֽת
Van: Chabad.org
Letterlijk vertaald:
In hutten moeten jullie zeven dagen zitten; alle inwoners in Israël moeten in hutten zitten.
De reden waarom we zeven dagen lang gedurende het festival in hutten moeten zitten, is te lezen in vers 43 van Leviticus 23. Het is zodat vanaf die generatie men zal weten dat onze God de kinderen van Israël in hutten heeft doen zitten, toen Hij ons uit Egypte heeft geleid.
Dat het Hebreeuwse werkvoordsvorm / lasjevet / - wat zitten betekent - naar “wonen” is vertaald in diverse Bijbelvertalingen, is op zich wel logisch te beredeneren. In die tijd zaten de kinderen van Israël niet enkel in hun hutten; ze sliepen daar ook in. Echter is het gebod gegeven in hutten zeven dagen lang te zitten, generatie op generatie.
De meest gangbare overtuiging onder de Hebreeuwse/Messiaanse gelovigen is dat Yeshua op de eerste dag van het (Loof)huttenfeest [Soekot] is geboren en dat Hij op de achtste dag is besneden. Dit is een logische beredenering als je berekent dat de priester Zacharias van de priesterlijke afdeling Abia was en dat Mirjam/Maria de vrouw van Zacharias bezocht toen zij zes maanden zwanger was. Mirjam werd toen zwanger. Zacharias moet dan dienst hebben gehad in de laatste helft van de Hebreeuwse Vierde Maand [Joodse maand Tamuz]. (1 Kronieken 24:10; Lukas 1)
Het probleem met deze beredenering is dat God alle mannen van Israël geboden heeft drie keer in het jaar naar de Tempel te komen, wat Yosef, echtgenoot van Mirjam, dan heeft overtreden. In de Bijbel is namelijk te lezen dat Yosef niet van Mirjams zijde week tijdens haar bevalling.
Wat deze beredenering ook niet uitlegt, is waarom tijdens de geboorte van Yeshua herders dag en nacht bij hun schapen verbleven, die dan op hun beurt ook Gods gebod hebben genegeerd.
In het Hebreeuws is in Yochanan/Johannes 1:14 te lezen dat Yeshua onder ons is komen “tabernakelen”. Niet dat Hij onder ons is komen “soekotten”. Het verschil tussen een Tabernakel en een Soekah is eerder uitgelegd.
Voor meer info. betreft Yeshua’s eventuele geboortedag, lees eens artikel "Drie mogelijke geboortedata van onze Messias".
De oprichting en inwijding van de Ohel-Mo’ed [Tabernakel, Tent der Ontmoeting] was tijdens de maand van Pesach en Chag HaMatsot. Ook de priesters en hogepriester werden in die maand ingewijd. Dat was in de Hebreeuwse Eerste Maand [Joodse maand Nisan].
Yeshua HaMashiach is de Hogepriester in de orde van Malki-Tsedek [Rechtvaardige Koning]. Hij is het Woord van onze God dat vlees is geworden en onder ons is komen tabernakelen. Dat wil zeggen, Zijn ambtswoning heeft betrokken.
Als de Ware Koning zal Yeshua HaMashiach terugkomen en Zijn Rijk claimen. Recht zal worden voltrokken en de Zijnen zal Hij tot zich nemen; de Grote Oogst.
De Grote Oogst zal zijn in de Hebreeuwse Zevende Maand, de maand van Yom T’ruah (Dag van Roepen/Schreeuwen/Explosie geven/Alarm geven); van Yom HaKippurim (Dag van De Verzoeningen) en van Chag HaSoekot (Loof)huttenfestival).
Chag HaSoekot is een vergelijkbare Huwelijksfeest. Geen vergelijkbaar verjaardagsfeest.
Toen de Israëlieten in de woestijn verbleven, kregen ze via Mosjé/Mozes o.a. te horen dat ze het (Loof)huttenfestival [Chag HaSoekot] moesten vieren.
Het opmerkelijke nu is dat de nakomelingen van deze Israëlieten hier pas gehoor aan gaven na de bouw van de Tweede Tempel. (Nehemia 8:17/18.)
Als wij de Bijbel lezen, dan zien we dat er koningen en profeten geweest waren waarvan is gezegd dat zij met God wandelden. Koning David bijvoorbeeld en diens zoon koning Salomo. Laatstgenoemde die een prachtige Tempel heeft gebouwd. Toch gaven geen van deze Gods getrouwe mannen gehoor aan Gods gebod, maar werd hier pas eeuwen later gehoor aan gegeven.
Nehemia 8:14-18/19
De volgende dag verzamelden zich de familiehoofden van heel het volk, de priesters en de Levieten bij Ezra, de schriftgeleerde, en dat om inzicht te krijgen in de woorden van de wet.
Zij vonden in de wet geschreven dat de HEERE door de dienst van Mozes had geboden dat de Israëlieten in loofhutten zouden wonen tijdens het feest in de zevende maand, en dat zij het overal zouden doen horen en een boodschap zouden laten gaan door al hun steden en in Jeruzalem, en zouden zeggen: Ga naar buiten, naar de bergen en breng loof van de olijfboom, loof van de olijfwilg, loof van de mirte, loof van de palmboom, en loof van andere dicht bebladerde bomen, om loofhutten te maken overeenkomstig wat voorgeschreven is.
Toen ging het volk eropuit en ze haalden loof en ze maakten loofhutten voor zichzelf, ieder op zijn dak, en in hun voorhoven en in de voorhoven van het huis van God, en op het plein van de Waterpoort en op het plein van de Efraïmpoort.
De hele gemeente van hen die uit de gevangenschap waren teruggekeerd, maakte loofhutten en woonde in die loofhutten, want zo hadden de Israëlieten niet meer gedaan vanaf de dagen van Jozua, de zoon van Nun, tot op deze dag. Er was zeer grote blijdschap.
En men las dag aan dag voor uit het boek met de wet van God, vanaf de eerste dag tot de laatste dag, en ze vierden zeven dagen feest. En op de achtste dag was er een bijzondere samenkomst, volgens de bepaling.
Uit: HSV
Hoewel in de eerste vijf boeken van de TENACH/Bijbel niets vermeld staat over het materiaal wat gebruikt moet worden om (loof)hutten te maken, staat hier in het boek Nehemia – hoofdstuk 8, vers 15/16 – te lezen wat de Israëlieten onder elkaar toeriepen welk materiaal te verzamelen om hiervan hutten te maken, zoals was voorgeschreven.
Het ‘verleidelijke’ hiervan is, dat je nu gaat denken dat deze materialen voorschreven zijn voor het maken van een hut. Dat is echter niet waar, want dan zou het in de eerste vijf boeken – en dan vooral in Leviticus – ook geschreven zijn. Wat echter is voorgeschreven, is dat wij zeven dagen lang in de Zevende Maand [Tishrei] in soekot (loof)hutten dienen te zitten. En hoe en waarvan je jouw soekah (loof)hut maakt, dat is aan jou.